Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Esse
stamtijd
infinitief 1e pers. enk.
ind. praes. act.
1e pers. enk.
ind. perf. act.
supinum
esse sum fuī -
onregelmatig volledig
  • es·se

esse

  1. (palindroom) zijn
    «Mors perpetualis est
    De dood is eeuwig.
  2. bestaan
    «Credo Iovem esse
    Ik geloof dat Iuppiter bestaat.
  3. wonen, leven
    «Romae sum
    Ik woon in Rome.
  4. (+ gerundivum [+ datief van de handelende persoon]) mogelijk zijn
    «Mihi veniendum est
    Ik mag komen.
  5. gebeuren
  6. waar zijn
    «Sic est
    Het is echt zo!
  7. (+ datief) eigendom zijn van
    «Serva matri est
    De slavin is van moeder.
  8. als doel hebben
  9. geschikt zijn voor


  • es·se

esse

  1. (palindroom) eten