fes
Nederlands
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
- fes
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fes | fessen |
verkleinwoord | fesje | fesjes |
Zelfstandig naamwoord
- (muziek) met een halve toon verlaagde toon "f"
- Een toonladder of een akkoord met de grondtoon fes.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- Fes grote terts, Fes-grootakkoord, Fes-majeur, fes kleine terts, fes-kleinakkoord, fes-mineurakkoord, fes-mineurtoonladder, fes-mineurtoonschaal
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord fes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "fes" herkend door:
25 % | van de Nederlanders; |
33 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- fes
Zelfstandig naamwoord
fes o
- (muziek) de toon ”fes”
- (muziek) fes: korte aanduiding van de toonaard “fes-mineur”
- «Eine Sonate in fes.»
- Een sonate in fes kleine terts.
- «Eine Sonate in fes.»
Antoniemen
- [2] Fes, Fes-Dur, Fes-Dur-Tonleiter