Ges
- Ges
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Ges | - |
verkleinwoord | - | - |
- (muziek), (afkorting) afkorting van “Ges-majeur”
- Men schrijft “Ges” met een hoofdletter bij “grote terts” en “majeur”, een kleine letter bij: “kleine terts”, “mineur” en de naam van een toon.
Ges
- (muziek) symbool van het “Ges-majeurakkoord”
- Het woord 'Ges' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Ges
Ges o
- (muziek), (afkorting): afkorting van “Ges-Dur” (Ges-majeur)
- «Eine Sonate in Ges.»
- Een sonate in Ges.
- «Eine Sonate in Ges.»
- Men schrijft "Ges-Dur" met een hoofdletter, "ges-Moll" en de naam van een toon met een kleine letter