Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: speld


  • spelt
enkelvoud meervoud
naamwoord spelt -
verkleinwoord - -

de speltv / m

  1. (plantkunde) grove tarwesoort Triticum spelta  
    (wikidata: spelt  )
     Van spelt evenwel hoort ge zelden of nooit spreken; de naam is wel bekend bij de natuurvrienden door flora's en lectuur; maar gezien, behalve dan op een plaatje, is de spelt maar door weinigen; en dan nog meest in het buitenland.[3]
  2. (graan) bepaald gewas Triticum spelta   dat door boeren wordt verbouwd
     Op hun zeven akkers verbouwen ze tarwe, gerst en spelt.[4]
  3. (voeding) zaden van Triticum spelta   gebruikt voor het maken van gerechten, brood en gebak
     Spoel de spelt goed af. Doe hem in een pan, schenk er water bij tot hij onderstaat en breng het water aan de kook. Laat de spelt ongeveer twintig minuten sudderen, tot hij beetgaar is.[5]
vervoeging van
spellen

spelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spellen
    • Jij spelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spellen
    • Hij spelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van spellen
    • Spelt! 
     Hij vertelt dat hij leert lezen in groep 3 en hij kan dat ook laten zien. Hij spelt onderweg reclameborden.[6]
94 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[7]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. spelt op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron
    E. Heimans
    Spelt. in: De Levende Natuur  , jrg. 15 nr. 11 (1 oktober 1910), W. Versluys, Amsterdam, p. 205
  4.   Weblink bron
    Thijs Niemantsverdriet
    “Polder weg voor bedrijven:‘Gemeente is nietsontziend’” (3 oktober 2019) op nrc.nl  
  5.   Weblink bron
    Hassnae Bouazza
    “Parelspelt met appel & bimi” (26 november 2019) op nrc.nl  
  6.   Weblink bron
    Sheila Kamerman
    “Problemen? Je buurtmoeder lost het op!” (27 januari 2019) op nrc.nl  
  7.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


spelt

  1. verleden tijd van spell
  2. voltooid deelwoord van spell


  • spelt

spelt

  1. voltooid deelwoord van spela

spelt

  1. voltooid deelwoord van spele