spell
- Geluid: spell (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /spɛl/
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to spell |
he/she/it | spells |
verleden tijd | spelled spelt |
voltooid deelwoord |
spelled spelt |
onvoltooid deelwoord |
spelling |
gebiedende wijs | spell |
spell
- onovergankelijk een spelling vormen
- onovergankelijk pauzeren, rusten
- overgankelijk spellen
- overgankelijk ontcijferen
- overgankelijk beheksen, betoveren
- overgankelijk aflossen
- overgankelijk laten rusten
enkelvoud | meervoud |
---|---|
spell | spells |