betoveren
- be·to·ve·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
betoveren |
betoverde |
betoverd |
zwak -d | volledig |
betoveren
- overgankelijk, (magie) onder de invloed van een magische handeling brengen
- De prinses werd betoverd door de lelijke heks.
- overgankelijk, (figuurlijk) in hoge mate fascineren, sterk de aandacht trekken van, veel (positieve) indruk maken op
- Ik werd betoverd door haar schoonheid.
- Het woord betoveren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "betoveren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be