yell
Niet te verwarren met: yel |
- yell
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘kreet’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1947 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | yell | yells |
verkleinwoord | yelletje | yelletjes |
de yell m
- een geschreeuwde leuze
- Alvorens de wedstrijd begon, lieten de spelers hun yell horen.
1. een geschreeuwde leuze
- Het woord yell staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "yell" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
31 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "yell" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- yell
enkelvoud | meervoud |
---|---|
yell | yells |
yell
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to yell |
he/she/it | yells |
verleden tijd | yelled |
voltooid deelwoord |
yelled |
onvoltooid deelwoord |
yelling |
gebiedende wijs | yell |
yell