spela
- spe·la
spela
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast spele, zie aldaar
spela
spela
spela
- gebiedende wijs van spela
spela
- gebiedende wijs van spele
spela,
- bepaalde vorm nominatief meervoud van spel
spela, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van spele
spela
- verouderde spelling of vorm van spele tot 2012
- spe·la
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
supinum |
spela |
spelade |
spelat |
volledig |
spela