• re·cept
enkelvoud meervoud
naamwoord recept recepten
verkleinwoord receptje receptjes

het recepto

  1. (kookkunst) voorschrift voor de bereiding van een gerecht
    • Wie weet er een goed recept voor pannenkoeken? 
     "Heb jij al plannen dit weekend? Ja natuurlijk, je gaat deze cake bakken", schrijft ze bij de video waarin ze alle stappen van het recept afloopt.[3]
  2. (medisch) doktersvoorschrift voor (de bereiding van) een geneesmiddel
    • Hij kreeg een recept van zijn dokter. 
     Elk jaar krijgen zo'n 300.000 mensen een recept voor een antidepressivum.[4]
  3. (figuurlijk) bepaalde combinatie van factoren en omstandigheden die een bepaald gevolg zullen veroorzaken
     Larry Siedntop beschreef al in 2000 wat Europa nu meemaakt. Met diezelfde vooruitziende blik zegt de politiek filosoof nu: 'Het Europees Parlement is een monster en een recept voor populisme.'[5]
  • Een beproefd recept
Een werkwijze, methode e.d. die zich heeft bewezen, die goed werkt
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[6]
  1. "recept" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. recept op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron “Miljuschka deelt een recept voor een regenachtige dag” (4 september 2023) op nu.nl  
  4.   Weblink bron “Kwart van patiënten raakt antidepressiva niet aan” (22 oktober 2008) op nu.nl  
  5.   Weblink bron “Europa is niet aan eenheid toe” (2013-), de Volkskrant
  6.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • IPA: /rɛtsɛpt/
  • re·cept

recept m

  1. (medisch) recept; een doktersvoorschrift voor (de bereiding van) een geneesmiddel
  2. (kookkunst) recept; een voorschrift voor de bereiding van een gerecht
  3. handleiding


  • IPA: /rɛtsɛpt/
  • re·cept

recept monbezield

  1. (medisch) recept; een doktersvoorschrift voor (de bereiding van) een geneesmiddel
    «Léky na chřipku se rozdělují na volně prodejné a na ty, které dostanete pouze na recept
    Griepmedicijnen worden verspreid voor de vrije verkoop en voor die, die ze op recept krijgen.
  2. (kookkunst) recept; een voorschrift voor de bereiding van een gerecht
    «Letos jsem pekla mazanec podle receptu mé matky.»
    Dit jaar heb ik een paasbrood gebakken volgens het recept van mijn moeder.
  3. handleiding
    «Jediný recept na zbohatnutí je hospodárnost.»
    Het enige recept voor verreiking is spaarzaamheid.


recept o

  1. recept