doktersvoorschrift

  • dok·ters·voor·schrift
enkelvoud meervoud
naamwoord doktersvoorschrift doktersvoorschriften
verkleinwoord doktersvoorschriftje doktersvoorschriftjes

het doktersvoorschrifto

  1. het dwingende advies of bevel van een dokter een recept is een voorbeeld van een doktersvoorschrift
    • Op doktersvoorschrift moest hij naar Davos om te kuren.