doktersvoorschrift
- dok·ters·voor·schrift
- samenstelling van dokter en voorschrift met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doktersvoorschrift | doktersvoorschriften |
verkleinwoord | doktersvoorschriftje | doktersvoorschriftjes |
het doktersvoorschrift o
- het dwingende advies of bevel van een dokter een recept is een voorbeeld van een doktersvoorschrift
- Op doktersvoorschrift moest hij naar Davos om te kuren.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord doktersvoorschrift staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.