panel
Niet te verwarren met: Panel |
- pa·nel
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘groep die discussie leidt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1961 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | panel | panels |
verkleinwoord | paneltje | paneltjes |
het panel o
- vaste groep van langdurig deelnemende personen (vaak als steekproef) voor een onderzoek
- Het woord panel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "panel" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "panel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /panəl/, /panɛːl/
- Afgeleid van het Oudfranse panel
panel
- (sport) sjabrak; een flexibel dek onder het zadel van een paard
- (juridisch) jury; de mensen die in een jury zitten, een panel dat optreedt als jury
- IPA: /pãnɛl/
panel m
- paneel; (rechthoekige) vlakke plaat met of zonder een omlijsting
- (techniek) paneel; bedieningsbord, instrumentenbord
- panel
panel m
- paneel; (rechthoekige) vlakke plaat met of zonder een omlijsting
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- IPA: /panɛl/
- pa·nel
- Afgeleid van het Duitse Paneel
- paneel; (rechthoekige) vlakke plaat met of zonder een omlijsting
- panel; een groep specialisten samengesteld voor een discussie of beoordeling van een bepaald thema
- (informatica) tab, tabblad; een deelvenster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | panel | panely |
genitief | panelu | panelů |
datief | panelu | panelům |
accusatief | panel | panely |
vocatief | panele | panely |
locatief | panelu | panelech |
instrumentalis | panelem | panely |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.