sjabrak
- sja·brak
- uit het Turks [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sjabrak | sjabrakken |
verkleinwoord | sjabrakje | sjabrakjes |
de sjabrak v / m, het sjabrak o
- (paardrijden) rijk versierd zadelkleed; rijk versierd dekkleed
- Het woord sjabrak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sjabrak" herkend door:
23 % | van de Nederlanders; |
16 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ sjabrak op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be