marmot
- mar·mot
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘knaagdier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1761 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | marmot | marmotten |
verkleinwoord | marmotje | marmotjes |
- (knaagdieren) Marmota knaagdier dat vooral in het hooggebergte leeft maar ook veel als huisdier wordt gehouden
- ▸ Ik hoopte stiekem een beer te kunnen zien baden in de rivier, maar was ook wel tevreden met alle herten, eekhoorns, marmotten, vogels en de Amerikaanse adelaar.[2]
- alaskamarmot, alpenmarmot, altaimarmot, bobakmarmot, bosmarmot, geelbuikmarmot, grijze marmot, kamtsjatkamarmot, langstaartmarmot, menzbiermarmot, mount-olympusmarmot, tarbagan, vancouvermarmot
1. knaagdier dat vooral in het hooggebergte leeft maar ook veel als huisdier wordt gehouden
- Het woord marmot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "marmot" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "marmot" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
marmot | marmots |
marmot
marmot m
- (spreektaal) kind, jochie, kleuter
- «Ce soir, pour les marmots, y'a de la pizza et la télé.»
- Voor de kids is er vanavond pizza en de televisie. [1]
- «Ce soir, pour les marmots, y'a de la pizza et la télé.»