Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • al·pen·mar·mot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord alpenmarmot alpenmarmotten
verkleinwoord alpenmarmotje alpenmarmotjes

Zelfstandig naamwoord

de alpenmarmotv / m

  1. (knaagdieren) Marmota marmota   knaagdier uit de familie van de eekhoorns (Sciuridae). De wetenschappelijke naam van de soort werd als Mus marmota in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. Hij komt voor in de Alpen, en is in meerdere andere Europese berggebieden door de mens geïntroduceerd
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie