• (IPA in voorbereiding)
  • geel·buik·mar·mot
enkelvoud meervoud
naamwoord geelbuikmarmot geelbuikmarmotten
verkleinwoord geelbuikmarmotje geelbuikmarmotjes

de geelbuikmarmotv / m

  1. (knaagdieren) Marmota flaviventris   knaagdier uit de familie van de eekhoorns (Sciuridae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Audubon & Bachman in 1841