kiwi
- ki·wi
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kiwi | kiwi's |
verkleinwoord | kiwietje | kiwietjes |
de kiwi m
- (loopvogels) benaming voor vogels uit het geslacht Apteryx , die voorkomen in Nieuw-Zeeland (wikidata: kiwi )
- (fruit) harige, bruine vrucht met groen vruchtvlees van het plantengeslacht Actinidia (wikidata: kiwi )
- (figuurlijk) bijnaam voor mensen afkomstig uit Nieuw-Zeeland (wikidata: kiwi )
-
1. Een kiwi in het wild.
-
2. Drie kiwi's, waarvan eentje doorgesneden.
-
3. Premier Ardern is een bekende kiwi.
1. benaming voor vogels uit het geslacht Apteryx
2. vrucht van plantengeslacht Actinidia
- Het woord kiwi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kiwi" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ kiwi op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 3,0 3,1 "kiwi" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ki·wi
enkelvoud | meervoud |
---|---|
kiwi | kiwis |
kiwi m
- (loopvogels) kiwi
- (fruit) kiwi
- [1] kiwi fruit
- ki·wi
enkelvoud | meervoud |
---|---|
kiwi | kiwi |
kiwi m
- (loopvogels) kiwi
- (fruit) kiwi