loopvogels
- Geluid: loopvogels (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlopfoɣəls / (3 lettergrepen)
- loop·vo·gels
de loopvogels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord loopvogel
- meervoudsvorm als officiële benaming (vogels) superorde Ratites van vogels met krachtige poten om te lopen maar vleugels die ongeschikt zijn om te vliegen
- [2] vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- [2] zie de categorie: Loopvogels in het Nederlands
- [2] emoe, kasuarissen, kiwi's, nandoes, struisvogels
- Het woord loopvogels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.