emoe
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- emoe
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘loopvogel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1596 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | emoe | emoes |
verkleinwoord | emoetje | emoetjes |
Zelfstandig naamwoord
de emoe m
- (loopvogels) bepaalde soort drietenige vogel Dromaius novaehollandiae uit Australië
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. bepaalde soort drietenige vogel Dromaius novaehollandiae
Gangbaarheid
- Het woord emoe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "emoe" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "emoe" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be