• kar·ne·melk
enkelvoud meervoud
naamwoord karnemelk -
verkleinwoord - -

de karnemelkv / m

  1. (drinken) gefermenteerde melk (vroeger: melkproduct dat overblijft na het karnen van de melk)
    (wikidata: karnemelk  )
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]