Nederlands

 
Macro-opname van een mannelijke hoofdluis.
Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·luis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdluis hoofdluizen
verkleinwoord hoofdluisje hoofdluisjes

Zelfstandig naamwoord

de hoofdluisv / m

  1. (dierluizen) Pediculus humanus capitis   klein, vleugelloos en bloedzuigend insect dat parasiterend leeft in het hoofdhaar
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie