heffen
- hef·fen
- Van Middelnederlands heffen. Verder te herleiden tot het Oudnederlandse hevon en het Proto-Germaanse *haf- (vgl Engels heave, Duits heben, Gotisch hafjan). Er wordt vaak aangenomen dat deze wortel een variant is van de eveneens Proto-Germaanse wortel *hab- en PIE *kap- (waar o.a. Latijn capere en Nederlands hebben weer van zijn afgeleid), maar er zijn ook andere verklaringen. [1]
- In de betekenis van ‘omhoog brengen’ aangetroffen vanaf 1200.
- Oorspronkelijk tot klasse 6 behorend, hier vanwege zijn verleden tijd met -ie- bij klasse 7 ingedeeld [2] [1] [3]
- Zie ook hebben#Woordherkomst en -opbouw.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
heffen |
hief |
geheven |
klasse 7 | volledig |
heffen
- overgankelijk op opwaartse richting doen bewegen
- Zij hieven het glas om hem nog vele gezonde jaren toe te wensen.
- ▸ Hij hief zijn wijs- en middelvingers in het vredesteken en vertrok zuidwaarts, de donkere ochtend in.[4]
- overgankelijk doen betalen, aanrekenen
- Daarop wordt veel belasting geheven.
- aanheffen, afheffen, gewichtheffen, omhoogheffen, ontheffen, opheffen, overheffen, uitheffen, verheffen
1.
de heffen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord hef
- Het woord heffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "heffen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 heffen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "heffen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd | voltooid deelwoord | |
enkelvoud | meervoud | ||
heffen heven |
hief hoef |
hieven hoeven |
gheheven ghehaven |
volledig |
heffen