dehefv/m

  1. bezinksel van vloeistoffen
vervoeging van
heffen

hef

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heffen
    • Ik hef. 
  2. gebiedende wijs van heffen
    • Hef! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heffen
    • Hef je? 
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be