opheffen
- op·hef·fen
- samenstelling van op bw en heffen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opheffen |
hief op |
opgeheven |
klasse 7 | volledig |
opheffen
- overgankelijk iets in opwaartse richting brengen
- Toen hij zijn naam hoorde hief hij zijn hoofd op.
- overgankelijk een instelling of regel ongedaan maken
- Deze treinverbinding is al enige jaren opgeheven.
1. iets in opwaartse richting brengen
2. een instelling of regel ongedaan maken
- Het woord opheffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opheffen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be