verheffen
- ver·hef·fen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verheffen |
verhief |
verheven |
klasse 7 | volledig |
verheffen
- naar een fysiek of geestelijk hoger niveau brengen
- Bij het verheffingssocialisme is de doelstelling dat de arbeidende klasse zich verheft tot een hoger geestelijk peil.
- Enkele kilometers ten zuiden van de stad verheffen zich de eerste heuvels die aan de Apennijnen toebehoren.
- ▸ Op de PCT werd 21 juni elk jaar naakt gevierd, ‘Hike Naked Day’. Waarschijnlijk een uit de hand gelopen grap die inmiddels tot traditie was verheven.[1]
- (vrijmetselarij) promoveren tot meester (of tot een "hogere" graad)
- Morgen zullen drie vlijtige gezellen tot de meestergraad worden verheven.
- [1] beuren, heffen, omhoogtrekken, ophalen, opheffen, oprichten, tillen, verhogen
- [1] aan een hoge betrekking helpen, opvoeren, pousseren
- [2] (als leerling) inwijden, (tot gezel) bevorderen
naar fysiek of geestelijk niveau brengen
- Het woord verheffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verheffen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be