dragon
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dra·gon
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit Frans dragon, in de betekenis van ‘slangenkruid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1554 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dragon | dragons |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
dragon m
- (plantkunde) een vaste plant Artemisia dracunculus uit de composietenfamilie (Asteraceae ) (wikidata: dragon )
- (kruid) de bladeren van Artemisia dracunculus worden gebruikt om gerechten te kruiden (wikidata: dragon )
Vertalingen
2. kruid
Gangbaarheid
- Het woord dragon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "dragon" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ dragon op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "dragon" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: dragon (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /ˈdrægən/
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit Frans dragon
enkelvoud | meervoud |
---|---|
dragon | dragons |
Zelfstandig naamwoord
dragon
- (mythologie) draak
- (reptielen) varaan, m.n. de komodovaraan, Varanus komodoensis
- (metonymisch) bazige, bozige vrouw
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
dragon m
- (mythologie) draak
- (reptielen) varaan, m.n. de komodovaraan, Varanus komodoensis
- (militair) dragonder
- (metonymisch) bazige, bozige vrouw
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron dragon in: Dictionnaire de l’Académie française, 9e édition op dictionnaire-academie.fr