• cri·mi·no·lo·gie
enkelvoud meervoud
naamwoord criminologie criminologieën
verkleinwoord

de criminologiev

  1. (wetenschap) sociologie van misdaad en misdadigheid
    • Eind jaren zeventig van de twintigste eeuw(!) leidde een poging tot onderzoek in de biosociale criminologie door Wouter Buikhuisen nog tot grote onrust in links Nederland wegens het 'politiek incorrecte' karakter hiervan 
97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


criminologie

  1. (wetenschap) criminologie