• con·den·sa·tor
enkelvoud meervoud
naamwoord condensator condensators
condensatoren
verkleinwoord condensatortje condensatortjes

de condensatorm

  1. (elektrotechniek) elektrisch onderdeel dat een hoeveelheid elektrische lading kan opslaan
95 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]


condensator

  1. (elektrotechniek) condensator


condensator

  1. (elektrotechniek) condensator