attend
- at·tend
vervoeging van: | atten |
verbogen vorm: | attende |
attend
- Het woord attend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Geluid: attend (US) (hulp, bestand)
- IPA: / əˈtend /
- at·tend
- Afkomstig van het Middelfranse "attaquer".
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to attend |
he/she/it | attends |
verleden tijd | attended |
voltooid deelwoord |
attended |
onvoltooid deelwoord |
attending |
gebiedende wijs | attend |
attend
- overgankelijk aanwezig zijn, bijwoonen, gaan naar
- «He attended Pleasant Hill School in the Town of Centerville.»
- Hij ging naar Pleasant High School in Centerville.
- «He attended Pleasant Hill School in the Town of Centerville.»
- onovergankelijk bekijken, gadeslaan, gewaarworden, merken, observeren, signaleren, voelen, waarnemen, zien
- onovergankelijk aandachtig luisteren, opletten, toeluisteren
- opdagen, opduiken, opkomen, verschijnen
- assisteren, bijspringen, bijstaan, helpen, ondersteunen, seconderen, weldoen
- [1]: to be present at, to go to, to visit
- [2]: to observe
- [3]: to listen carefully
- [4]: to show up
- [5]: to help
- [1]: attendance