• bij·staan
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijstaan
stond bij
bijgestaan
klasse 6 volledig

bijstaan

  1. overgankelijk emotioneel ondersteunen
    • Gelukkig waren er genoeg mensen die hem konden bijstaan na het verlies van zijn vrouw. 
  2. overgankelijk een helpende hand bieden
    • Kun jij me bijstaan met het verzetten van die zware bank? 
     We besloten allemaal tegelijk af te dalen om elkaar tijdens de steile stukken bij te kunnen staan.[3]
  • het staat me bij dat ...
    ik herinner me (vaag) dat ...
• Het staat me min of meer bij dat ik mijn sleutels op school heb laten liggen. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. bijstaan op website: Etymologiebank.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be