seconderen
- Geluid: seconderen (hulp, bestand)
- se·con·de·ren
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘helpen’ voor het eerst aangetroffen in 1602 [1]
- afgeleid van het Franse seconder (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
seconderen |
secondeerde |
gesecondeerd |
zwak -d | volledig |
seconderen [3]
- overgankelijk helpen, bijstaan, ondersteunen (b.v. als getuige bij een duel)
- Het woord seconderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "seconderen" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "seconderen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ seconderen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be