• ga·de·slaan
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gadeslaan
sloeg gade
gadegeslagen
klasse 6 volledig

gadeslaan

  1. overgankelijk geruime tijd bekijken
    • Hij sloeg de spelende kinderen geduldig gade, voordat hij aankondigde dat het tijd was om naar huis te gaan. 
    • Geen slechte gelegenheid om Albert eens gade te slaan. [3] 
95 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]