vervoeging
onbepaalde wijs to  observe 
he/she/it  observes 
verleden tijd  observed 
voltooid
deelwoord
 observed 
onvoltooid
deelwoord
 observing 
gebiedende wijs  observe 

observe

  1. overgankelijk observeren, opmerken, waarnemen


vervoeging van
observer

observe

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van observer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van observer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van observer


vervoeging van
observar

observe

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van observar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van observar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van observar