Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·da·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opdagen
daagde op
opgedaagd
zwak -d volledig

Werkwoord

opdagen

  1. ergatief op de verwachte tijd en plaats verschijnen
    • Hij was ondanks het noodweer toch opgedaagd. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be