Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·ti·kel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘onderdeel van geschrift of verhandeling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord artikel artikels
artikelen
verkleinwoord artikeltje artikeltjes

Zelfstandig naamwoord

het artikelo

  1. een voorwerp dat te koop is
    • Deze artikelen zijn afgeprijsd. 
     Iedereen droeg zijn eigen persoonlijke luxe artikel met zich mee. Voor mij was dat mijn ‘Nazareth blue’ Kufiya-sjaal (ook wel bekend als de Arafat-sjaal) die ik als waszak, zwemhanddoek, slaaplaken en sjaal tegen zon en wind kon toepassen.[3]
     Af en toe hield ze halt om artikelen van de schappen te pakken.[4]
  2. een gepubliceerde tekst, zoals een publicatie in een tijdschrift, een artikel in een encyclopedie
    • De gepensioneerde leraar maakte in zijn vrije tijd veel artikelen voor Wikipedia. 
     Waarom ging ik zes maanden op de Pacific Crest Trail (PCT) dwars door Amerika lopen? Tja, waarom niet. In een oude National Geographic had ik ooit als kind een artikel over deze trail gelezen, 4.286 kilometer door Amerika. Dit heb ik altijd onthouden, maar ik had nooit gedacht dat zo’n lange wandeltocht voor mij weggelegd zou zijn.[3]
  3. (juridisch) een van de bepalingen waaruit een wet bestaat
    • Deze wet kent wel 25 verschillende artikels. 
  4. (grammatica) woordsoort die standaard voor een zelfstandig naamwoord staat
    • De, het en een zijn de artikels die we in het Nederlands gebruiken. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord artikel artikels


Woordafbreking
  • ar·ti·kel

Zelfstandig naamwoord

artikel

  1. artikel; een voorwerp dat te koop is
  2. artikel; een gepubliceerde tekst, zoals een publicatie in een tijdschrift, een artikel in een encyclopedie
  3. (juridisch) artikel; een van de bepalingen waaruit een wet bestaat
  4. (grammatica) artikel; woordsoort die standaard voor een zelfstandig naamwoord staat
Afkorting


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

artikel

  1. artikel; een gepubliceerde tekst, zoals een publicatie in een tijdschrift, een artikel in een encyclopedie


Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·ti·kel
Naar frequentie 3625
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   artikel     artikeln     artikelar     artikelarnas  
genitief   artikels     artikelns     artikelars     artikelarnas  

Zelfstandig naamwoord

artikel, g

  1. artikel (publicatie in een tijdschrift)
  2. artikel (lidwoord)