impulsartikel
- im·puls·ar·ti·kel
- samenstelling van impuls en artikel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | impulsartikel | impulsartikels impulsartikelen |
verkleinwoord | impulsartikeltje | impulsartikeltjes |
het impulsartikel o
- artikel dat (alleen maar) in een spontane opwelling gekocht wordt en zelden omdat de koper het echt nodig heeft
- Het woord 'impulsartikel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.