Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wets·ar·ti·kel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wetsartikel wetsartikelen
wetsartikels
verkleinwoord wetsartikeltje wetsartikeltjes

Zelfstandig naamwoord

het wetsartikelo

  1. (juridisch) artikel van een wet
    • Het Tweede Kamerlid stelde voor het wetsartikel te wijzigen. 

Meer informatie

Gangbaarheid