demoniem
inwoner Koreaan
vrouwelijke inwoner Koreaanse
bijvoeglijk Koreaans
  • Ko·rea
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Korea Koreas -
verkleinwoord - - -

Korea

  1. (toponiem: land) een schiereiland in Oost-Azië
  2. (historisch) en een voormalige staat in Oost-Azië
     Ik vertelde Tats ook over een mooi verhaal dat ik had gehoord over een Koreaanse trail. Er was kennelijk al eeuwenlang een bedevaartstocht dwars door het land, de Baekdu-Daegan-Trail. Omdat Korea sinds 1945 is verdeeld in Noord- en Zuid Korea, is die trail al lang niet meer in zijn geheel gelopen.[1]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  


Korea demoniem
inwoner Korejec
vrouwelijke inwoner Korejka
bijvoeglijk korejský
  • Ko·rea
  • Afgeleid van het Latijnse Corea

Korea v

  1. (toponiem) Korea; een schiereiland tussen China en Rusland, en Japan
  2. (toponiem) (toponiem) Korea; een verwijzing naar Noord-Korea of Zuid-Korea
  3. (historisch) Korea; een historisch land gelegen op het gelijknamige schiereiland
  1. poloostrov monbezield
  2. stát monbezield, země v
  3. stát monbezield, země v
Landen in Azië in het Tsjechisch

* Afhankelijk van de gebruikte definitie liggen de staten met een sterretje soms geheel of gedeeltelijk buiten Azië