• Ko·re·aan·se
enkelvoud meervoud
naamwoord Koreaanse Koreaansen
verkleinwoord

de Koreaansev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Korea, of een vrouw afkomstig uit Korea

Koreaanse

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Koreaans
     Ik vertelde Tats ook over een mooi verhaal dat ik had gehoord over een Koreaanse trail.[1]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers