zevenhonderdveertig
0 | 7 | 4 | 0 |
zevenhonderdveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: zevenhonderdveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌzevə(n)ˌhɔndərtˈfertəx / (6 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'negenhonderdveertig': /ˌzøvənˌhɔndərtˈfertəx/
- ze·ven·hon·derd·veer·tig
- samenstelling van zevenhonderd ht en veertig ht
zevenhonderdveertig
- "740", het getal tussen zevenhonderdnegenendertig en zevenhonderdeenenveertig, zevenhonderd plus veertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen zevenhonderdveertig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer zevenhonderdveertig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "zevenhonderdveertig" ht als linkerdeel
1. het getal 740
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zevenhonderdveertig | zevenhonderdveertigs |
verkleinwoord | zevenhonderdveertigje | zevenhonderdveertigjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 740 is aangeduid
- Als jij zevenhonderdveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de zevenhonderdveertig mv
- groep van 740 eenheden
- Die zevenhonderdveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'zevenhonderdveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.