zevenhonderdenveertig
0 | 7 | 4 | 0 |
zevenhonderdenveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: zevenhonderdenveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌzevə(n)ˌhɔndərtɛnˈfertəx / (7 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'negenhonderdenveertig': /ˌzøvənˌhɔndərtɛnˈfertəx/
- ze·ven·hon·derd·en·veer·tig
- samenstellende samenstelling van zevenhonderd ht, en vw en veertig ht
zevenhonderdenveertig
- "740", langere vorm van zevenhonderdveertig, zevenhonderd plus veertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft zevenhonderdenveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot zevenhonderdenveertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- zevenhonderdveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "zevenhonderdenveertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "zevenhonderdenveertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'zevenhonderdenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)