negenhonderdveertig
0 | 9 | 4 | 0 |
negenhonderdveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: negenhonderdveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌneɣə(n)ˌhɔndərtˈfertəx / (6 lettergrepen)
- ne·gen·hon·derd·veer·tig
- samenstelling van negenhonderd ht en veertig ht
negenhonderdveertig
- "940", het getal tussen negenhonderdnegenendertig en negenhonderdeenenveertig, negenhonderd plus veertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen negenhonderdveertig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer negenhonderdveertig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "negenhonderdveertig" ht als linkerdeel
1. het getal 940
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | negenhonderdveertig | negenhonderdveertigs |
verkleinwoord | negenhonderdveertigje | negenhonderdveertigjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 940 is aangeduid
- Als jij negenhonderdveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de negenhonderdveertig mv
- groep van 940 eenheden
- Die negenhonderdveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'negenhonderdveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.