negenhonderdveertigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·hon·derd·veer·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de negenhonderdveertigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord negenhonderdveertig

Gangbaarheid