verstellen
- Geluid: verstellen (hulp, bestand)
- IPA: / vərˈstɛlə(n) / (3 lettergrepen)
- ver·stel·len
- In de betekenis van ‘repareren van kleding’ voor het eerst aangetroffen in 1412 [1]
- Afgeleid van stellen met het voorvoegsel ver-.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verstellen |
verstelde |
versteld |
zwak -d | volledig |
verstellen
- overgankelijk (kleding) (kleding of schoenen) weer in orde brengen, zorgen dat het heel wordt
- Ik verstel en herstel al uw kleding en gordijnen.
- overgankelijk anders stellen
- Deze horlogeband kunt u op uw gewenste maat verstellen.
- [1] herstellen, lappen, oplappen, repareren, stoppen
- [1] beschadigen
- [1] depanneren, kraken, naaien, verhelpen
- [2] regelen
1. weer in orde brengen, zorgen dat het heel wordt
2. anders stellen
- Het woord verstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verstellen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "verstellen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be