regenwulp
- re·gen·wulp
- samenstelling van regen zn en wulp zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | regenwulp | regenwulpen |
verkleinwoord | regenwulpje | regenwulpjes |
de regenwulp m
- (steltloperachtigen) Numenius phaeopus waadvogel met lange snavel en opvallende roep die in Nederland op de trek voorkomt
1.
- Het woord regenwulp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "regenwulp" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be