waadvogel
- waad·vo·gel
- samenstelling van waad ww en vogel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waadvogel | waadvogels |
verkleinwoord |
de waadvogel m
- (steltloperachtigen) benaming voor vogels uit de onderorde Charadrii met lange snavel en waadpoten
- In het midden van de vijver staan veel waadvogels met hun poten in het water.
1. benaming voor vogels uit de onderorde Charadrii
- Het woord waadvogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waadvogel" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be