honderdeenenveertig
0 | 1 | 4 | 1 |
honderdeenenveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: honderdeenenveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərtˈenənˌfertəx / (6 lettergrepen)
- hon·derd·een·en·veer·tig
- samenstelling van honderd ht en eenenveertig ht
honderdeenenveertig
- "141", het getal tussen honderdveertig en honderdtweeënveertig, honderd plus eenenveertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen honderdeenenveertig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdeenenveertig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "honderdeenenveertig" ht als linkerdeel
1. het getal 141
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | honderdeenenveertig | honderdeenenveertigs |
verkleinwoord | honderdeenenveertigje | honderdeenenveertigjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 141 is aangeduid
- Als jij honderdeenenveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de honderdeenenveertig mv
- groep van 141 eenheden
- Die honderdeenenveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'honderdeenenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.