honderdtweeënveertig
0 | 1 | 4 | 2 |
honderdtweeënveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: honderdtweeënveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhɔndərˈtwejənˌfertəx / (6 lettergrepen)
- hon·derd·tweeën·veer·tig, hon·derd·twee·en·veer·tig
- samenstelling van honderd ht en tweeënveertig ht
honderdtweeënveertig
- "142", het getal tussen honderdeenenveertig en honderddrieënveertig, honderd plus tweeënveertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De totale kosten bedragen honderdtweeënveertig euro en zevenendertig cent.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdtweeënveertig van het grootste hotel.
- om een hoeveelheid aan te geven
rangtelwoord
hooftelwoorden samengesteld met "honderdtweeënveertig" ht als linkerdeel
1. het getal 142
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | honderdtweeënveertig | honderdtweeënveertigs |
verkleinwoord | honderdtweeënveertigje | honderdtweeënveertigjes |
- dat wat in een (rang)ordening met 142 is aangeduid
- Als jij honderdtweeënveertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner.
de honderdtweeënveertig mv
- groep van 142 eenheden
- Die honderdtweeënveertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden.
- Het woord 'honderdtweeënveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.