halfgeleider
- half·ge·lei·der
- samenstelling van half en geleider
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | halfgeleider | halfgeleiders |
verkleinwoord | halfgeleidertje | halfgeleidertjes |
de halfgeleider m
- (natuurkunde) een stof die de elektriciteit slecht of alleen in bepaalde omstandigheden geleidt
- Voor het proefwerk van woensdag moeten jullie ook enkele toepassingen van halfgeleiders kennen.
- (elektrotechniek) (elektronica) een elektronisch onderdeel dat is opgebouwd uit halfgeleidende materialen
- Om dit toestel weer aan de praat te krijgen, moet u de halfgeleider vervangen.
- halfgeleidergeheugencel, halfgeleiderlaag, halfgeleiderlaser, halfgeleidermateriaal, halfgeleidertechnologie, halfgeleiderversie
1-2
- Het woord halfgeleider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "halfgeleider" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be