goedig
- goe·dig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | goedig | goediger | goedigst |
verbogen | goedige | goedigere | goedigste |
partitief | goedigs | goedigers | - |
goedig [2]
- (te) vriendelijk
- Een meerderheid in de Kamer toonde zich niet ontevreden over het nieuwe asielbeleid van Teeven. ChristenUnie, SP en GroenLinks zijn niet erg enthousiast, die hadden het graag nog allemaal wat ruimhartiger gezien. De PVV daarentegen vindt de staatssecretaris juist weer te goedig. [3]
- Wanneer ze zichzelf uitnodigt als logé bij haar goedige ex-assistent Claire (Kristen Bell), blijkt ze haar ondernemersgeest nog niet te hebben verloren. Claire heeft een gouden familierecept voor brownies en een dochter bij een padvindersclub met een wereldwijd netwerk aan jonge verkoopsters. Kassa! [4]
- zachtmoedig, zachtaardig, mild, goedhartig, vriendelijk, goedmoedig, welwillend, goedaardig, beleefd, soft
1. (te) vriendelijk
- Het woord goedig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "goedig" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ goedig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 03-10-13 Teeven gaat praten over kinderen in de cel
- ↑ De Telegraaf FABIAN MELCHERS 21 apr. 2016 Filmrecensie: The boss
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be