mild
- Geluid: mild (hulp, bestand)
- IPA: / mɪlt / (1 lettergreep)
- (Noord-Nederland): /mɪlt/
- (Vlaanderen, Brabant): /mɪlt/
- (Limburg): /mɪld/
- mild
- In de betekenis van ‘zachtaardig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | mild | milder | mildst |
verbogen | milde | mildere | mildste |
partitief | milds | milders | - |
mild
- zachtaardig, welwillend
- Hij is een milde man.
- ▸ Toch had zowel de Luftwaffe als het Duitse leger de overwonnen Engelsen bij Duinkerken op de mildst denkbare manier behandeld.[2]
- gul.
- Zij doet milde giften.
- zacht.
- Ik heb laatst nog milde shampoo gekocht.
- [1] streng
- Het woord mild staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mild" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "mild" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
mild |
milder |
am mildesten |
alle verbuigingsvormen |
mild
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
mild | milder | mildest |
mild